Term |
Betekenis |
ABA (Applied Behavior Analysis) |
Een gedragstherapie die zich richt op het verbeteren van specifieke gedragingen door middel van beloning en versterking. Het is een veelgebruikte therapie voor mensen met autisme. |
Asperger-syndroom |
Een vorm van autisme die vaak wordt gekenmerkt door normale of hoge intelligentie en specifieke interesses, maar zonder significante vertraging in taalontwikkeling. Het wordt nu vaak gezien als onderdeel van het autismespectrum. |
Autisme |
Een neurobiologische ontwikkelingsstoornis die invloed heeft op communicatie, sociale interacties en gedrag. |
Autismespectrumstoornis (ASS) |
Een verzamelnaam voor verschillende vormen van autisme, van mild tot ernstig, die allemaal een impact hebben op communicatie en gedrag. |
Echolalie |
Het herhalen van woorden of zinnen die door anderen zijn gezegd. Dit kan een manier zijn voor mensen met autisme om taal te leren of om tijd te winnen om informatie te verwerken. |
Empathie |
Het vermogen om de emoties van anderen te begrijpen en te voelen. Mensen met autisme kunnen soms moeite hebben met empathie, vooral in sociale situaties. |
Executieve Functies |
Een verzameling cognitieve vaardigheden die nodig zijn voor het plannen, organiseren en reguleren van gedrag. Mensen met autisme kunnen hierin uitdagingen ondervinden. |
Executive Dysfunction |
Moeite met het plannen, organiseren en uitvoeren van taken. Dit is een veelvoorkomend probleem bij mensen met autisme en kan leiden tot problemen met tijdbeheer en taakvoltooiing. |
Hulpmiddelen |
Technologische of praktische hulpmiddelen (zoals apps of organisatorische tools) die mensen met autisme kunnen helpen bij dagelijkse taken of communicatie. |
Maskeren |
Het bewust of onbewust verbergen van autistische kenmerken om aan sociale verwachtingen te voldoen. Dit kan leiden tot mentale uitputting en een verlies van identiteit. |
Meltdown |
Een intense emotionele uitbarsting die optreedt wanneer iemand met autisme overweldigd raakt door stress, sensorische overbelasting of andere factoren. Dit kan leiden tot schreeuwen, huilen of agressief gedrag. |
Neurodiversiteit |
Het idee dat variaties in het menselijk brein (zoals autisme, ADHD, etc.) natuurlijke en waardevolle verschillen zijn, in plaats van afwijkingen die ‘genezen’ moeten worden. |
Occupational Therapy |
Een vorm van therapie die zich richt op het verbeteren van dagelijkse levensvaardigheden, zoals zelfverzorging, motorische vaardigheden en sociale interacties. |
Overprikkeling |
Een toestand waarin iemand overweldigd raakt door te veel zintuiglijke informatie, wat kan leiden tot stress, angst of een terugtrekkende reactie. |
PECS (Picture Exchange Communication System) |
Een communicatiesysteem dat gebruik maakt van afbeeldingen in plaats van woorden. Het helpt mensen met autisme om hun behoeften en wensen uit te drukken. |
Persoonlijke Ruimte |
De fysieke ruimte die iemand nodig heeft om zich comfortabel te voelen in sociale situaties. Mensen met autisme hebben vaak specifieke voorkeuren voor persoonlijke ruimte. |
Routine |
Een set van vaste handelingen of activiteiten die dagelijks of regelmatig worden herhaald. Routines kunnen een gevoel van veiligheid en controle bieden. |
Sensorische Gevoeligheid |
Een verhoogde gevoeligheid voor zintuiglijke prikkels, zoals geluiden, licht, smaken of texturen. Dit kan leiden tot ongemak of overprikkeling. |
Sensory Diet |
Een gepland schema van sensorische activiteiten die bedoeld zijn om het zenuwstelsel te kalmeren en te reguleren. Dit kan helpen om sensorische overbelasting te verminderen. |
Shutdown |
Een toestand van extreme mentale uitputting waarbij iemand met autisme zich volledig terugtrekt en niet meer in staat is om te communiceren of te reageren op de omgeving. |
Social Skills Training |
Training die gericht is op het verbeteren van sociale vaardigheden, zoals het beginnen van een gesprek, luisteren en beurtwisseling. Dit kan helpen om sociale interacties aangenamer te maken. |
Social Stories |
Korte, eenvoudige verhalen die gebruikt worden om sociale situaties te verklaren en te oefenen. Ze helpen mensen met autisme om te begrijpen wat er in bepaalde situaties verwacht wordt. |
Sociale Verwerking |
De manier waarop iemand sociale signalen en interacties interpreteert en erop reageert. Mensen met autisme kunnen moeite hebben met het lezen van lichaamstaal of gezichtsuitdrukkingen. |
Special Interests |
Intense en langdurige interesses in specifieke onderwerpen of activiteiten. Deze interesses kunnen een bron van plezier en ontspanning zijn, maar kunnen ook leiden tot obsessief gedrag. |
Speech Therapy |
Therapie die zich richt op het verbeteren van spraak- en taalvaardigheden. Dit kan helpen om communicatieproblemen te verminderen. |
Stimming |
Korte vorm van zelfstimulatie; herhalende bewegingen of geluiden die mensen met autisme gebruiken om zichzelf te reguleren of te kalmeren. |
Shutdown |
Een toestand van extreme mentale uitputting waarbij iemand met autisme zich volledig terugtrekt en niet meer in staat is om te communiceren of te reageren op de omgeving. |
Zintuiglijke Integratie |
Het proces waarbij de hersenen informatie van verschillende zintuigen combineren en verwerken. Bij sommige mensen met autisme kan dit proces verstoord zijn. |