Ga naar de inhoud

expositie 2025 gedichten verboden fruit

Er bestaat een fruit, zo mooi en zoet
Dat als je ervan eet, je er constant van eten moet
Het is zo zoet en onbespoten
En met vlees overgoten
Het heet verboden fruit
Fruit met gezag
waar je als mens
niet aankomen mag
Ik heb ervan gegeten en ik moet maar hopen
Dat de gevolgen hiervan
Niet zo’n vaart zullen lopen
Elke dag proef ik het
Voel de drang weer komen
De zoete smaak van geloven
Geloven zonder hoop
Geloven zonder dromen
Had ik het maar nooit gegeten
dan was ik niet zo weet lustend
Dan had ik dit niet op mijn geweten
En was ik nu wel rustend
De smaak die ik nu heb, is bitter en zuur
De smaak van verderf, zo koud en zo puur
Een smaak die naar één ding snakt
De smaak van verboden fruit
die mij langzaam pakt.

Dit gedicht gaat diep in op de spanning tussen verlangen en berouw. Het laat zien hoe iets dat eerst onweerstaanbaar en verleidelijk lijkt, uiteindelijk een last kan worden. De spreker worstelt met de gevolgen van zijn keuze, en de zoete smaak van het verboden fruit verandert in een bittere last die hem niet meer loslaat.

De kracht van het gedicht zit in de emotionele opbouw: van verleiding naar onomkeerbare gevolgen, van genot naar spijt. De symboliek van het “verboden fruit” versterkt dit en kan op meerdere manieren geïnterpreteerd worden als een verwijzing naar religie, verslaving, of een moreel conflict.
De toon van het gedicht is zwaar en melancholisch, en het eindigt zonder verlossing. Dit maakt de boodschap nog indringender: sommige keuzes laten blijvende sporen na, en sommige verlangens kunnen ons gevangen houden.